In 2019 mocht ik voor het eerst een non-fictieboek vertalen. Het was een grote droom die uitkwam, maar tegelijkertijd een heuse belevenis, met veel ups en downs, waar ik vandaag graag wat meer over vertel.
Mijn literaire vertaaldroom
Tijdens mijn studies had ik een vak dat focuste op non-fictie. Dat vond ik zo leuk dat ik na mijn studies ook zeker aan de slag wilde als boekvertaler. Jammer genoeg is het geen eenvoudige wereld om binnen te geraken – zeker niet als Vlaming – en dus kwam ik steevast van een koude kermis thuis.
Let op, ik heb meerdere uitgeverijen gecontacteerd en heb ook regelmatig een portfolio opgestuurd (dat steeds positief onthaald werd), maar nooit kwam er een opdracht uit voort …
Tot maart 2019, toen een collega me aanbeval bij een Vlaamse uitgeverij. Ik had mijn allereerste boek te pakken! Een non-fictiewerk over eenvoudiger leven, weg van alle stress en vol liefde voor jezelf.
Het was het begin van een spannend, maar met momenten ook erg frustrerend avontuur …
Mijn algemene ervaring
Ik raad starters altijd aan om eens alle genres te proberen alvorens ze voor zichzelf uitmaken wat ze graag doen en wat minder graag. Niet alleen om minder voor de hand liggende specialisaties te ontdekken, maar ook om roze wolkjes tijdig te doorprikken.
En ik vrees dat boekvertalingen zo’n roos wolkje was bij mij … Ik had er altijd van gedroomd, maar de realiteit is dat ik er uiteindelijk niet zoveel van genoten heb als ik dacht.
Waar lag dat dan aan? Ik denk aan een combinatie van omstandigheden. Allereerst merk ik dat ik echt niet kan omgaan met ruime deadlines. Ik had een half jaar om het boek te vertalen (58.000 woorden), maar heb het titanenwerk uiteindelijk uitgesteld tot de laatste twee en een halve maanden … Dan is het natuurlijk alle hens aan dek en veel stress.
Ook het onderwerp lag me minder dan gedacht. Een groot deel van het boek ging in op de Japanse en Aziatische cultuur en met veel beweringen was ik het gewoon niet eens. De auteur stelde regelmatig dat alle Aziaten een bepaalde praktijk toepassen, en dan zit ik hier thuis, met een Vietnamees naast mij die van toeten noch blazen weet. Veel mensen zouden zich hier niet aan ergeren, maar ik ben een echt pietje precies en kan me echt ergeren aan zulke dingen.
Verder had ik heel wat moeite met het vertaalproces in het algemeen. Ik heb alles zeker twee keer moeten herschrijven! Waarom? Wel, omdat je naarmate het verhaal vlot, meer inzicht verwerft in de stijl van de auteur en je na een vijftigtal pagina’s anders begint te vertalen. En dan moet je natuurlijk terug naar die eerste pagina’s, om die ook aan te passen.
Of vaak vertaalde ik bepaalde stukken letterlijk. Dan laat ik de tekst een weekje rusten en herwerk ik mijn vertaling, zonder de brontekst ernaast. Een heel goede werkwijze, maar zeer arbeidsintensief.
Al deze dingen zijn logisch, natuurlijk, maar ik onderschatte de tijd die hierin kroop en dat had een algemene impact op mijn ervaring.
Wat ze je niet vertellen op school
Toen het werk dan ook gedaan was, dacht ik bij mezelf: hoe kan iets dat zo leuk was tijdens de opleiding zo verkeerd uitpakken? De realiteit is namelijk dat er meer bij een boekvertaling komt kijken dan je zou denken:
- Je moet veel discipline hebben: een ruime deadline is vaker een vloek dan een zegen.
- Je moet bereid zijn je werk minstens één keer te herschrijven en op het einde zeker twee keer na te lezen.
- Je kunt het onderwerp niet altijd uitkiezen.
- Je moet bereid zijn het een en ander op te offeren: niet alleen rustige avonds/weekends, maar ook heel wat lucratievere opdrachten (een boekvertaling betaalt maar 6,6 cent per woord).
Een wijze les die ik zeker meeneem naar de toekomst. En wat boekvertalers betreft? Ik heb nu zoveel meer respect voor hen. Er wordt vaak gezegd dat zij de leuke dingen in ons vak doen. Wel, voortaan zou ik zeggen dat zij niet gewoon de leuke dingen doen, maar het échte harde werk. Het klinkt raar, maar geen enkele opdracht de voorbije twee jaar was zo moeilijk en zo intensief als deze.
Maar …
Ondanks alle frustratie en ergernissen ben ik zo trots op het eindresultaat. Echt waar, het moment dat je het Word-bestand met je vertaling definitief afsluit en je de tekst doorstuurt naar het vertaalbureau is onbeschrijfelijk.
Dan heb je het gevoel dat je alles aankunt! Dat je een aantal maanden echt goed gewerkt hebt. Om nog maar te spreken over de trots dat je binnenkort iets van jouw hand in de boekenhandel zal zien liggen.
Dat gevoel is onbeschrijfelijk.
En op zulke momenten twijfel je dan: wil ik het misschien toch nog eens proberen? Met een onderwerp dat me beter ligt?
Allée, waarom ook niet 🙂